The Great Gatsby
Vrieeend,
De duiven en de spreeuwen hebben het gezelschap van zwaluwen gekregen. Ze jagen hoog in de lucht hun kostje bijeen met een behendigheid waarover enkel zwaluwen beschikken. De lucht is nu bezwangerd met myriaden pollen van de platanen. Vermits het droog weer is en er nogal wat wind stond de afgelopen dagen, kreeg mijn woonkamer, waar meestal de ramen wijd openstaan, een flinke portie te verwerken. Mijn neus en ogen geraakten overprikkeld en ik had niesbuien waar geen einde aan leek te komen.
Ik stofte alles af en dweilde de vloeren met nat in de hoop dat dat de aanval wat zou temperen. Maar behalve de aangename geur van de cederolie in de zwarte zeep van mijn sopje bracht het weinig bij. Ik heb nooit eerder last gehad van hooikoorts of allergieën maar dat schijnt nu toch tot het verleden te behoren. Tot het pollenseizoen voorbij is, moet ik dus ramen en deuren een beetje dichthouden. Vervelend.
Ik maakte de inventaris van mijn koelkast en voorraadkast op. Meestal heb ik een goed idee van wat ik in huis heb maar na de passage van mijn jongere neef, vorige week, was ik het overzicht een beetje kwijt. Bij het ontbijt viel het me op dat de pot choco ongeveer leeg was. De hoeveelheid ingevroren spaghettisaus in het diepvriesvak lag ook lager dan ik dacht. Ik maakte een lijstje en ging naar de markt.
Eén van de meest gestelde vragen in een huishouden is ongetwijfeld: Wat eten we vandaag? Bij de groentekraam snuffelde ik wat aan het aangebodene. Een mens heeft de neiging om steeds in hetzelfde te hervallen en ik wilde eens wat anders dan ratatouille, bloemkool of prei. Ik kocht aardappelen en een bot wortelen. Daarmee zou ik wortelkespuree maken, dat moet al minstens vijf jaar geleden zijn dat ik dat nog eens at. Bij La Poulet d’Or kocht ik een kleine gebraden kip. ‘Dat wordt vanavond simpele kost en snel klaar’, dacht ik, ‘en morgen eet ik de overschot op’.
Iemand verkocht verse tapenades en olijven en ik liet me verleiden. ‘Belge?’, vroeg de verkoper. ‘Deze olijven zijn heel populair bij Belgen op vakantie. Wat denk je?’. ‘Neen bedankt’, antwoordde ik, ‘trouwens, ik ben niet op vakantie, ik woon hier. Voor vandaag enkel een beetje tapenade en wat zongedroogde tomaten alsjeblieft’. Ik betrapte er mezelf op dat ik ietwat gepikeerd reageerde op het feit dat ik alweer meteen door de mand viel als Belg. Na vier jaar in het zuiden wil je er eigenlijk een beetje bij horen. Maar dat zal niet lukken vrees ik, dat authentiek Provençaalse taaltje krijg ik nooit onder de knie. Ik probeer het ook niet te imiteren want daarmee maak je je eindeloos belachelijk. Eens migrant, altijd migrant. Het is niet erg.
Tussen de vele WhatsAppberichten die ik deze week kreeg -mijn jongere neef houdt me minutieus op de hoogte van zijn zwerftocht terug naar huis- zat de aankondiging van het huwelijk van Marthe en Lahzar, twee schatten die me heel nauw aan het hart liggen. Ik wil het voor geen goud missen en nam het op mij om hier in de buurt bubbels, rode en witte wijn te kopen. Ik rekende uit dat ik zesenveertig flessen naar Brussel kan transporteren. Voor het aperitief na de burgerlijke plechtigheid moet dat voldoende zijn. Hoop ik. Indien ik the Great Gatsby was, ik kocht met graagte het tienvoud.
Ik koos voor de wijnen van Les Terres de Saint Hilaire, een domein in Ollières. Ik ken het van de tijd dat ik in Bras woonde en ze hebben er een prima aanbod. Ollières ligt richting Rians, niet meteen bij de deur vanuit Lorgues, maar het plezier om nu door de Var te rijden met een aangepast klassiek muziekje op de radio is ook iets waard. Ik reed op mijn duzend gemakken door wijngaarden en frisgroene bossen en snoof de heerlijke lucht op. In de velden staan geen platanen, dus geen pollen, en ik opende het raam aan de chauffeurszijde van mijn wagentje. Ik zong luid mee met de aria Mente Dormi Amor Fomenti van Vivaldi maar ik moest aldra mijn meerdere erkennen in contra-tenor Philippe Jaroussky. Die man zingt echt een miljoen keer beter dan ik. Of misschien wel een miljard keer beter. Ik kreeg er zowaar de tranen van in de ogen.
De oprit naar de caveau van Saint-Hillaire is makkelijk een kilometer lang. Maar wat een uitzicht. Ik zag de bergen van het Massif de la Sainte Baume in het zuiden en de Mont Sainte Victoire in het westen en zuchtte. Ik deed mijn bestelling. ‘Voor de rode wijn kies ik voor jullie Oppidum uit 2019’, zei ik. ‘Die is bijna uitverkocht’, zei de lieve dame van Saint Hilaire, ‘de 2019 kost iets meer dan de 2020 maar hij is dan ook beter. Ik zal eens kijken in het depot’. Ik had geluk en kocht het laatste voorraadje op. Ik bestelde de bubbels en de witte wijn en wilde ook nog wat rosé voor Bro die me alweer zijn bed aanbood tijdens mijn verblijf in België. ‘Ik twijfel tussen de Oppidum rosé en jullie Mas de la Marotte’, zei ik. ‘Dan moet je proeven’, zegde de lieve dame en ze schonk me twee glaasjes uit. De Mas de la Marotte was me te zoet en ik ging voor de drogere Oppidum.
Ik zal de bandenspanning van mijn wagen best even controleren want er ligt inmiddels best wat gewicht in de kofferbak. Ik kreeg een berichtje van mijn buurvrouw van op het eerste. ‘Coucou Hans, tu es déjà en Belgique?’. ‘Over een dikke week vertrek ik’, antwoordde ik. Of ik haar enkele “sachets de pudding vanille” wilde meebrengen want hier vindt je dat niet. Ik stel me allang geen vragen meer bij de verzoekjes van mijn buurvrouw van het eerste. Uiteraard vindt je dat hier wél, maar ik doe geen moeite om erover in discussie te gaan. ‘Ok’, stuurde ik haar terug.
Vanavond, zaterdag 29 april, stelt mijn zoon na twee jaar schaven en sculpteren zijn nieuwe plaat voor in de Brusselse Botanique. Ik had er graag bij geweest, al was het maar om even uit te testen of men the Texas Two Step zou kunnen dansen op een hedendaags abstract stuk muziek in de maat 7/5. Waarschijnlijk niet. Ik kreeg wel al de vinyl in pre release, en dat is meer dan de meesten kunnen zeggen. Dikke knuffel aan mijn zoontje, hij gaat dat alweer heel goed doen.
Indien je nu alle centen zou wegdenken, ben ik op een niet-materialistisch niveau wél zo rijk als The Great Gatsby besef ik plots.