Ma Belle
Vrieeend,
De reis vanuit de Provence naar Gent was een beetje saai, zo op mijn eentje. Om de tijd te doden begon ik te schelden op de andere wagens in het verkeer. ‘Kijk, kijk’, zei ik, ‘een Deen. Wat kom jij hier doen? Viking! Heb je al niet genoeg kapot gemaakt in de negende eeuw? Ga naar huis!’. Het toeval wilde dat de Deense wagen inderdaad naar het noorden reed, dat kwam dus wel goed. ‘Hee, jij daar, Nederlander, je bent zo plat als het land waarin je woont. Scheer je weg’, riep ik naar een onschuldige reiziger. Een auto met Belgische nummerplaat veranderde van rijstrook zonder zijn richtingaanwijzer te gebruiken. ‘Het moet weeral lukken, domme Belg. Dat hendeltje naast je stuur zal echt niet stuk gaan als je het gebruikt hoor. Oetlul!’. En voor de Duitsers had ik maar één woord: Bratwürst. Ik begon op den duur zelfs hele vuile woorden te gebruiken: modder, afgedraaide motorolie, steenkool, vetvlek, gebruikte schotelvod…
Ik schaamde me een beetje en had er aldra spijt van. Het is echt niet netjes om een blikje cliché’s open te trekken als het om andere nationaliteiten gaat. Het is puur racisme mijnerzijds en ik ben blij dat niemand me kon horen. Het is een aandachtspuntje waaraan ik zal moeten werken als ik terug naar Lorgues rijd. Ik mag dat niet meer doen.
Ik kwam op zondag recht vanuit Frankrijk op een verjaardagsfeestje terecht en ik voelde me als een zeeman die na een lange reis eindelijk voet aan wal zet. Ik liet me dus een beetje gaan. Ergo, ik ontwaakte op maandagochtend met een flinke kater en bonkende hoofdpijn. Ik trok suf de gordijnen open en staarde vanuit mijn tijdelijke slaapkamer naar een mistig en grijs land. ‘Another day in paradise’, dacht ik en ik stelde me mijn boulevard voor waar nu de zon volop schijnt en we stilaan in zomermodus gaan. België heeft het echt niet getroffen met die kwakkelende lente, ik durf vanuit het warme zuiden al eens te vergeten hoe verdrietig dat op den duur moet zijn. Maar genoeg gezeurd over het weer, je kan er toch niks aan veranderen.
‘Heb ik me niet teveel misdragen gisteren?, vroeg ik tijdens het ontbijt aan Bro, ‘ik herinner me vaag dat ik nieuwe Apple-Music-vriendjes heb gemaakt en dat ik iemand heb geknuffeld’. ‘Geen zorg’, antwoordde Bro, ‘die knuffel was met wederzijdse toestemming. Je hebt wel nogal luid liggen dromen, ik hoorde je roepen en grommen vannacht’. ‘Ja’, zegde ik, ‘Ik zal waarschijnlijk weer de integrale gedichtenomnibus van Lucebert hebben voorgedragen. Ik moet nog wat werken aan mijn articulatie maar in mijn hoofd klonk het mooi’. Bro geloofde er niks van.
‘Tenzij je liever door de regen fietst, kan je mijn wagen gebruiken om naar je werk te rijden’, stelde ik voor. ‘Let alleen op dat je onderweg die zeven kratjes wijn niet verliest. Sluit de koffer goed af want als peter van mijn dochter heb je hier wel een verantwoordelijk te nemen. Ze zal niet kwaad maar wel héél erg teleurgesteld zijn in jou als we niks te drinken hebben na haar trouwplechtigheid volgend weekend’. Een beetje werken op het schuld- en verantwoordelijkheidsgevoel kan nooit kwaad, qua manipulatie is dat zeer effectief. Bro kent dat spelletje wel en weet dat ik het niet meen.
’s Avonds duikt Bro in zijn potten en pannen en tovert heerlijk eten op tafel. Ik stel niet voor om te helpen. Als ik in mijn keuken sta, moet men mij ook met rust laten. Hoogstens vul ik zijn glas rosé bij, maar evengoed is het omgekeerd en vult hij mijn glas bij. Na het eten maken we de analyse van onze levens en hebben we het over alle stommiteiten die we uithaalden en die we ongetwijfeld nog zullen doen. Een man moet aan zijn toekomst denken. Zoonmans speelt de stille afwezige maar spitst de oren. Wij weten dat en geven hem levensles onder het mom dat we het over onszelf hebben. Ergens zal er wel iets blijven hangen in dat brein van een dertienjarige die naar zijn eigen spoor zoekt. Elk paard is ooit een veulen geweest, zegde ooit een oude wijze man. Groeien kost nu eenmaal tijd.
Mijn eigen zoon had deze week de release van zijn dubbel-lp. Na een aantal ep’s is dit zijn eerste volwaardige plaat. Ik weet hoeveel tijd en energie in zijn composities kruipen, hoe hij schaaft en sculpteert tot het naar zijn zin is. Het zijn geen hapklare brokken, je moet er als luisteraar wat moeite voor doen. Hij maakt complexe en soms hermetische muziek van het soort dat je nooit zal horen op mainstream-radiozenders. Maar voor wat het waard is, zijn werk is “Plaat van de week” in Larsenmagazine, Ben Klock (Berlijnse Berghain), Plaid (Andy Turner en Ed Handley) en de Nederlandse House- en Technoproducer Joris Voorn zijn fan en hebben remixes gemaakt én hij kreeg een mooie review in La Vague Parallèle. Goed zo zoontje!
Dé reden waarom ik in het land ben is uiteraard het burgerlijk huwelijk van mijn dochter. Geheel volgens haar eigen logica en planning is ze vorig weekend verhuisd naar het appartement dat ze kocht, zal ze vandaag, zaterdag, trouwen en weet eigenlijk niemand goed hoe die dag verder zal verlopen. Met Marthe ben je altijd in voor een verrassing. Ik ben Chef BBQ, dat hoorde ik gisteren. Maar hé, de enige realiteit bevindt zich in het “nu”, waarom zou je je druk maken over wat voorbij is en wat nog komt? Marthe is niet bang om te springen, dat moet ik haar nageven. Haar kapsalon werd overvallen, ze kreeg een vuurwapen op zich gericht, Lahzar (my hero) gooide die ventjes buiten met gevaar voor eigen leven. Maar de schrik zat er in en het salon sloot. Maar ze doen verder, die twee, ze komen er wel.
En als Gustaph straks het Eurovisiesongfestival wint, is iedereen blij. Of niet. Whatever.