Het mannetje
Vrieeend,
Ik mocht “het mannetje” spelen voor Valérie, mijn buurvrouw van het eerste. De huisbaas had haar laten weten dat ze de grote ijskast die beneden in de gang staat te sterven -en door de ondeugende kinderen van het tweede als vuilbak wordt gebruikt- kon omwisselen voor haar eigen veel kleiner model. Of ik een handje kon toesteken, wilde ze weten. En wanneer het paste. Ik stuurde bericht terug dat ik nu tijd had en meteen zou afdalen, tenminste als ze er geen bezwaar tegen had dat ik me vertoonde in sweatpants en zonder eerst uitgebreid te hebben gedoucht. Ze antwoordde dat ze er zelf ook nog wat verwaaid bijliep, het was tenslotte maandagochtend en dan schiet een mens al eens wat later in gang. Ik wierp een snelle blik op mijn spiegelbeeld en besloot dat het er nog nét mee door kon.
Ik klopte aan. En ik klopte nogmaals aan. Dan stuurde ik een sms om te zeggen dat ik voor de deur stond. Valérie opende, zich verontschuldigend, haar voordeur. Ze had laatst een bluetooth speaker gekregen van haar dochter en dat ding ging behoorlijk luid, ze had me niet horen aankloppen, excuseerde ze zich.
We bekeken de situatie en vergeleken hoogte, breedte en diepte van beide apparaten. De oude ijskast was er een van het inbouwtype en die moest er eerst uit alvorens het groter model in die kast kon gaan wonen. Ik zegde aan Valérie dat stap één was dat ze haar etenswaren uit de koelkast haalde, dan zou ik het ding loskoppelen om plaats te maken voor het exemplaar uit de gang beneden. ‘Heb je een schroevendraaier met kruiskop?’, vroeg ik. ‘Ik moet de deur én de scharnieren verwijderen want de andere koelkast is iets breder en iets dieper’.
Na het voorbereidend werk kwam het gesleur. Koelkasten zijn doorgaans niet erg zwaar, ik was er dus nogal gerust in dat we het met ons beiden konden klaren. ‘Gelukkig woon je op het eerste en niet op het vierde’, zei ik. ‘Ik zal onderaan tillen en dan moet jij het geheel van bovenaf wat in evenwicht houden’. De klus bleek iets moeilijker dan verhoopt maar er was geen weg terug en we kregen het gevaarte tot in Valéries keuken en tenslotte zelfs in de daartoe bestemde kast.
Om me te bedanken, stelde Valérie voor om vanavond bij haar iets te komen eten. Ik zegde prima en dat ik er rond achttien uur zou zijn.
Om achttien uur begreep ik de betekenis van een “déjà vu”. Ik klopte aan haar deur. En ik klopte nogmaals aan. Dan stuurde ik een sms om te zeggen dat ik voor de deur stond. Valérie opende, zich verontschuldigend, haar voordeur. Ze had zoals gezegd een bluetooth speaker gekregen van haar dochter en dat ding ging behoorlijk luid, ze had me niet horen aankloppen.
Ik mocht alweer “het mannetje” spelen want Valérie vroeg me of ik de fles wilde ontkurken en we klonken. En toen vroeg Valérie of ik de lamp in de gang wilde vervangen want van elektriciteit had zij geen verstand. Mijn rol als “het mannetje” werd zodus nogmaals bevestigd. Een mens zou zich beginnen afvragen…
Ik heb nooit de ambitie gehad om “het mannetje” te zijn, daarvoor kreeg ik een te geëmancipeerde opvoeding van mijn moeder. Zij behandelde haar dochters en zonen op dezelfde wijze. Het resulteerde in het feit dat mijn broers en ikzelf een aardig potje kunnen koken, weten hoe een knoop aan een jas dient te worden genaaid, een hemd kunnen strijken en weten op hoeveel graden je linnen moet wassen. Ik geef ootmoedig toe dat mijn zussen met hun fijne motoriek op ongeveer al deze terreinen met kop en schouders boven hun broers uitsteken, maar hé, het is geen wedstrijd en ik blijf er mijn moeder eeuwig dankbaar voor. Enfin, om maar te zeggen dat ik af en toe best wel eens “het mannetje” wil spelen, maar het moet geen gewoonte worden. Een vrouw mag wat mij betreft evengoed eens “het mannetje” spelen.
We aten een lekker maaltje en dronken vervolgens nog wat wijn uit het vat. Bij de plaatselijke Cooperative De Vin kan je je jerrycans laten vullen met een snurkwijn die er best mag zijn. Valérie betaalde drie euro per liter, voor die prijs durft een mens al eens het risico op een miskoop te nemen. Ik besloot om er een van de volgende dagen ook eens langs te gaan.
We maakten het niet te laat en ik klom op een redelijk uur terug naar mijn appartement op het vierde.
Die nacht trok er een stevig onweer voorbij. Ik werd wakker van de donderslagen en het getik van de regen op de dakpannen. Ik deed voor de tweede keer sinds ik hier woon het raam dicht en kroop knus terug onder de wol. En toen ging de deurbel van helemaal beneden. ‘Laat me met rust’, dacht ik, ‘als het is om ergens “het mannetje” te gaan spelen… ik heb mijn taak voor vandaag volbracht’. Ik bleef lekker in mijn zachte bed liggen en sliep aldra opnieuw in.
De ochtend was grijs. Er stegen wolken op uit de vallei en de bergen van het Massif Des Maures lagen er verborgen bij. Rond de middag scheurde de hemel open en brak de zon door. Ik gooide de ramen open en liet licht en warmte binnen. Ik twijfelde even of ik naar buiten zou gaan maar het was Allerheiligen en dat is zo’n dag die ik liever doorbreng met een boek en een zacht muziekje. Misschien kon ik ergens een ouwe film met Humphrey Bogart en Lauren Bacall opsnorren. Een verfilming van “The Big Sleep” van Raymond Chandler bijvoorbeeld. Die dialogen zijn om van te snoepen.
‘Ja, laat ik dat maar doen’, dacht ik, ‘Humphrey Bogart, dat was nog eens een mannetje’.