Galanterie
Vrieeend,
Er kwam er nog een zachte nazomerdag aan en ik had zin in bospaddestoelen. Ik had geluk want het was marktdag en ik hoefde ze dus niet zelf te gaan plukken. Ik zou trouwens niet weten in welk bos ik ze zou moeten gaan zoeken. In Bras liepen we rond deze tijd van het jaar de tuin in en oogstten onze eigen sanguins en pieds de mouton, met wat geluk zelfs nog een late truffe d’été. Maar dat was in Bras.
When in Rome we do as the Romans do. Bijgevolg deed ik wat een inwoner van Lorgues doet: hij laat anderen het werk opknappen en gaat netjes naar de paddestoelenkraam op de markt. Het kost iets meer maar je maakt je handen tenminste niet vuil.
Op de terugweg liep ik Valérie, mijn buurvrouw van op het eerste, tegen het lijf. ‘Ik heb bospaddestoelen gekocht’, zei ik, ‘kom vanavond bij me eten’. ‘Met een patatje in de schil?’, vroeg Valérie. ‘Met een patatje in de schil en nog wat groenten in de oven’, antwoordde ik.
Dan was het goed en Valérie kwam bij me eten. Ik schonk een verraderlijk zware Lussac-Saint-Emilion, want ik wilde het goed doen, en we klonken op de herfst. We genoten van het eten en ik ontkurkte aldra een tweede fles. Valérie vertelde over haar omzwervingen en dat zij de dubbele Belgisch-Franse nationaliteit had. Ik vertelde over mijn omzwervingen en zette een boom op over kunst. Valérie schildert en ik doe aan kribbekrabbe, we hadden dus beiden onze eigen kijk op dat soort dingen. Ik stelde voor om nog een fles Côte du Rhone soldaat te maken om ons te helpen ons filosofisch gesprek wat meer diepgang te geven. Ik had dat beter niet gedaan, maar als de wijn is in de man…
Het mannetje met de hamer kwam ongemerkt de kamer binnengeslopen en sloeg toe. Het werd snel duidelijk dat Valérie niet op eigen kracht de trappen naar het eerste kon afdalen. Met ons tweeën, Valérie stevig aan mijn arm, strompelden we naar beneden. Ik zette Valérie veilig thuis af, al betwijfel ik of ze nog ten volle besefte in welk deel van de Provence ze zich bevond.
En toen wist ik niet goed meer wat te doen. ‘Gaat het van hieruit verder alleen of moet ik je in bed helpen?’, wilde ik vragen. Maar we kennen mekaar nog niet goed genoeg om over te gaan tot dit soort intimiteiten. Valérie had me dan wel eerder op de avond gezegd dat ze geen enkel probleem heeft met mannelijke galanterie en dat mannen vrouwen mogen laten voorgaan of voor hen de deur opendoen, ik ben toch nogal voorzichtig met die dingen. Zeker sinds Filip me ooit vertelde dat hij eens brutaal werd afgesnauwd omdat hij een dame had aangeboden haar te helpen bij het uitladen van zware versterkers en koffers uit de achterkant van een bestelwagentje. Ik moet er eerlijkheidshalve aan toevoegen dat dit gebeurde in de aanloop naar de jaarlijkse bijeenkomst van de Vlaamse Feministen Orde (VFO) en dat de dame die hem verweet een “male chauvinist pig” te zijn een heel stoer wijf was dat ongetwijfeld zelf haar tampons rolde. Toen Filip me dit verhaal deed, was ik tamelijk onder de indruk en sindsdien ben ik een beetje op mijn hoede. Niemand wil een mannelijk zwijn worden genoemd omdat je een dame een helpende hand aanbiedt. Tenminste ik toch niet. Al zijn er omstandigheden denkbaar waarin dit best sexy kan klinken. “Kom hier mijn zwijntje, dat ik je rooster”… Maar ik dwaal af.
Ik zette me in mijn zeteltje bij het raam en schonk me nog een laatste glaasje uit. Ik piekerde een beetje over mannelijke galanterie. Indien ik nu zou weten wanneer jouw, in wezen goed bedoelde, daden geoorloofd zijn of wanneer ze als verdoken seksisme overkomen, ik zou een stap dichter bij mijn gemoedsrust komen. Mijn moeder maakte me wijs dat het een vorm van elementaire beleefdheid is om je tegenover vrouwen te gedragen als een respectvolle gentleman. Mijn grootmoeder spoorde me aan om in het leven “nen echten cavalier” te zijn. In de praktijk heerst er echter soms een soort willekeur en durft het al eens fout te lopen. Geen wonder dat er zoveel verwarring heerst bij mannen van mijn generatie.
Ach, misschien maak ik het in mijn hoofd ingewikkelder dan het in wezen is, ongetwijfeld heb ik de herfst in de kop. We zijn mekaar waard. Ik ken een man die ongevraagd “tit pics” heeft ontvangen. Nu gij.
Valérie was veilig thuis, ik had mijn taak volbracht. Ik denk dat het al bijeen redelijk goed zit met mijn galanterie. Ik ging slapen want er wachtte me in de ochtend sowieso een flinke kater, een zwijn van een kater.